Een betere toekomst begint bij anders denken en doen

Nederland schreeuwt om “kathedralenbouwers die het geduld op kunnen brengen om een plan voor decennia te maken", aldus GroenLinks/PvdA lijsttrekker Timmermans in zijn Abel Herzberglezing. “Het moet veel vaker over het Nederland van 10, 20, 30 en 40 jaar in de toekomst gaan”, verzuchtte Volt-voorman Dassen aan tafel bij Op1. In het Manifest van Omtzigts Nieuw Sociaal Contract staat te lezen dat we in Nederland behoefte hebben aan “concrete en langetermijnplannen om sociale grondrechten te borgen”. En Caroline van der Plas riep in haar HJ Schoo-lezing op tot “een overheid met visie. Hoe willen we dat Nederland er in – laten we zeggen – 2050 uitziet?”

Politici van links tot rechts lijken het er steeds meer over eens: deze tijd vraagt om langetermijndenken. Aan de horizon stapelen de maatschappelijke uitdagingen zich op. Vergrijzing, de geopolitieke strijd aan de randen van Europa, de kansen en risico’s rond AI, klimaatverandering… Wat wordt hierop ons antwoord als Nederlandse samenleving?

Gelukkig hebben we in Nederland een rijke traditie aan langetermijndenken en -doen. Met ons Deltaplan loopt Nederland wereldwijd voorop in hoe je met vooruitziende blik met zeespiegelstijging omgaat. Planbureaus analyseren sinds jaar en dag ontwikkelingen en brengen de impact van beleid op de lange termijn in kaart. Het CPB deed al in 1955 zijn eerste toekomststudie, met de welluidende titel: “een verkenning der economische toekomstmogelijkheden van Nederland”. Onze ministeries komen met langetermijnplannen over de toekomst van de woningbouw, onze krijgsmacht of ons zorgstelsel. En er zijn ook vele maatschappelijke initiatieven die schetsen hoe de toekomst van Nederland eruit zou moeten zien. Dit jaar bijvoorbeeld kwamen de denktanks ‘Denkwerk’ en ‘Nederland2040’ nog met hun visie op waar het met Nederland heen moet.

Maar alle plannenmakerij ten spijt lukt het ons nog niet de lange termijn voldoende gewicht te geven in besluitvorming. Dit werd pijnlijk zichtbaar tijdens de coronacrisis. Van alle risico’s prijkte een pandemie al decennialang hoog op de lijstjes ‘potentiële crisis met een hoge kans en hoge impact’. We waren gewaarschuwd. De risicoanalyses lagen op de plank. Maar toen het zo ver was bleek onze veerkracht beperkt. En nu het weer voorbij is, neemt de waan van de dag over en trekken we hier weinig lering uit.

Of neem het stikstofdossier. Al decennia is bekend dat toenemende stikstofconcentraties in het milieu op termijn voor grote problemen zouden gaan zorgen. Toch zijn we in Nederland niet bij machte gebleken adequaat te anticiperen, en hebben we niet gehandeld vanuit een langetermijnvisie. Daar plukken we nu de zure vruchten van.

Goede langetermijnplannen helpen, maar zijn niet voldoende. In de praktijk regeert de korte termijn. Dat ligt aan onze psychologie en aan de manier waarop we onze samenleving en politieke besluitvorming hebben georganiseerd. Denk aan het feit dat ons brein voorgeprogrammeerd is om gewin op de korte termijn te verkiezen boven een beloning later. Aan Kamerleden en kabinet die vooral de korte termijn van de volgende verkiezingen voor ogen hebben. Of aan de ‘online bubbels’ waarin we steeds meer leven, van gelijkgestemden in het hier en nu.

Wat de precieze redenen ook mogen zijn: bijziendheid belemmert actie ten bate van de lange termijn. Wat kunnen we hieraan doen? Kunnen we besluitvorming anders organiseren, zodat we beter beleid maken én uitvoeren in antwoord op de maatschappelijke vragen van morgen?

Aan ideeën geen gebrek. Moet ieder kabinet, zoals nu in Finland gebruikelijk is, langetermijnplannen schetsen en hierover in gesprek gaan met burgers? Helpt het om een Commissaris voor Toekomstige Generaties aan te stellen, zoals in Wales? Een parlementaire commissie voor toekomstkwesties misschien? Of nieuwe rekenmodellen en toekomstverhalen, die effecten van beleid op de lange termijn meer inzichtelijk maken (en meer gewicht geven)?

Een betere toekomst begint bij anders denken en doen. We moeten nadenken over welke kennis, instituties, beleidsprocessen, en cultuur helpen om beter om te gaan met langetermijnkwesties. Dat vergt een goed en breed gesprek. En dat gesprek willen we gaan voeren met de Langetermijndenktank. De denktank is een coalitie van overheidsorganisaties, maatschappelijk middenveld, onderzoeksinstellingen, de planbureaus, denkers en journalisten. Met een missie: de lange termijn meer urgent maken in besluitvorming.

Om oplossingen voor de grote vragen van morgen te vinden, moeten we op een andere manier besluiten gaan nemen en implementeren. Hoe dit eruit kan zien, gaan we komend jaar bedenken met de Langetermijndenktank. We kijken eerst naar politieke besluitvorming. Omdat de politiek dé plek is waar de lange termijn op tafel komt – of zou moeten komen. We brengen de knelpunten in en rondom politieke besluitvorming in kaart, en komen met concrete verbeteringen. We roepen iedereen op om met ons in gesprek te gaan, mee te denken en met ideeën te komen. En vooral om die ideeën te vertalen naar betere besluitvorming in het hier en nú. Onder het motto: langetermijndenken, kortetermijndoen.

Doe mee

Wil je meedenken of heb je ideeën over hoe we politieke besluitvorming nog meer kunnen laten bijdragen aan de lange termijn? Of wil je meer weten over de denktank? Laat het ons weten per mail aan Albin van Latum.

albin@argumentenfabriek.nl
logo van de argumentenfabriek